Supportpunt kennisbank

Exclusief voor stichtingen en verenigingen

Zoek

Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR)

Naar aanleiding van de online bijeenkomst WBTR (Wet bestuur toezicht en rechtspersoon) georganiseerd samen met Lichtstad Advocaten d.d. 29 maart 2021 voorzien wij u van een kort overzicht waarin u alles kan nalezen. In dit stuk, gaan we in op de aspecten van de WBTR die van toepassing zijn op stichtingen en verenigingen. Dit zijn:

  1. Besluitvorming van bestuurders en commissarissen met een tegenstrijdig belang
  2. Belet en ontstentenis
  3. Meervoudig stemrecht
  4. Een drietal gronden voor de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen: de interne aansprakelijkheid, de externe aansprakelijkheid en de misleidende jaarrekening
  5. Het ontslag van bestuurders en commissarissen van de stichting
  6. Een algemene wettelijke grondslag voor de raad van commissarissen (RvC)
  7. Een uniforme norm voor de taakvervulling door bestuurders en commissarissen
  8. Een algemene grondslag voor het monistisch bestuursmodel (one-tier board)


Vooraf

Allereerst informeren wij u kort over twee algemene zaken: de moeilijkheid en omvang van de Wet en hoe zit het met de notaris?
Hiervoor gebruikt Supportpunt twee essentiële quotes uit kamerstukken over de WBTR:

  1. “Het wetsvoorstel bepaalt …normen waaraan elke rechtspersoon moet kunnen voldoen. Zij zijn niet zodanig zwaar … voor bepaalde verenigingen en stichtingen.”
  2. “Verder wordt door middel van het overgangsrecht voorkomen dat verenigingen en stichtingen verplicht kosten moeten maken voor een gang naar de notaris om hun statuten in overeenstemming te brengen met de nieuwe wet.”

U hoeft zich dus niet te haasten naar de notaris, en met wat inspanning, is ook uw organisatie klaar voor de wetwijziging 1 juli 2021. Het in lijn brengen van de statuten met de wet is wel altijd raadzaam. In het bijzonder op de punten van meervoudig stemrecht en een regeling van belet en ontstentenis zullen de huidige statuten moeten worden nagezien en mogelijk worden aangepast. U heeft daarvoor in principe tot 1 juli 2026 (of de eerst volgende statutenwijziging) de tijd.

1.       Tegenstrijdig belang
Een tegenstrijdig belang is een situatie waarin een bestuurder van een organisatie een besluit moeten nemen waarbij ook een persoonlijk belang speelt. Een voorbeeld van een situatie is, dat de bestuurder van een vereniging een auto voor de vereniging koopt die zijn privé-eigendom is. Het persoonlijk belang van de bestuurder (van een zo hoog mogelijke prijs voor de auto) is in dat geval tegenstrijdig aan het belang van de vereniging (een zo laag mogelijke prijs voor de auto).

Bij een dergelijke situatie geldt na 1 juli 2021 het volgende:

Alleen de bestuurder met het persoonlijk belang, dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging, mag niet deelnamen aan vergaderingen en besluiten nemen over het onderwerp. De medebestuurders mogen wel deelnemen aan de bespreking en besluiten nemen over het onderwerp.

Op grond van de nieuwe regeling neemt een bestuurder of commissaris met een tegenstrijdig belang niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming over het bepaald onderwerp indien hij daarbij een (in)direct persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming of organisatie.
De secretaris maakt in de notulen van de vergadering een duidelijk onderscheidt in het deel van de vergadering waar de bestuurder, met een tegenstrijdig belang, geen stem heeft uitgebracht.

De notaris en de statuten
De regeling voor tegenstrijdig belang komt automatisch te gelden met inwerkingtreding van WBTR op 1 juli 2021. Mochten er in uw statuten andere regelingen staan, dan gaat de WBTR voor op de oude statuten. Zodoende hoeft u niet naar de notaris om de statuten aan te laten passen. Het in lijn brengen van de statuten met de wet is wel altijd raadzaam. Echter, er is geen tijdperiode aan verbonden.

2.       Regeling voor ontstentenis- en belet
Met de inwerkingtreding van  de WBTR in werking dienen de statuten van  de stichting, vereniging, coöperatie en OWM  te voorzien in een regeling voor gevallen van belet (tijdelijke afwezigheid) of ontstentenis (vacature). Er is een overgangsregeling die met zich brengt dat deze statutenwijziging moet worden doorgevoerd binnen vijf jaar of de eerst volgende statutenwijziging.

De notaris en de statuten
Hoewel de regelingen omtrent ontstentenis en belet een verplicht onderdeel wordt van de stichting- en verenigingsstatuten, hoeft bij bestaande statuten, een dergelijke regeling pas opgenomen te worden bij de eerstvolgende wijziging, doch uiterlijk binnen vijf jaar.  Indien u dat nalaat, zijn uw statuten niet meer in lijn met de wet. Dit kan met zich brengen dat ongeldige besluiten worden genomen omdat de statuten afwijken van de wet.

Een voorbeeld van een regeling met betrekking tot belet en ontstentenis vindt u op de site van de KNVB:
Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald in verband met belet of ontstentenis van een van de bestuursleden, blijft het bestuur bevoegd tot uitoefening van al zijn taken en bevoegdheden. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats(en) aan de orde komt. In geval van belet of ontstentenis van alle bestuursleden, wijst de algemene vergadering zo spoedig mogelijk ten minste drie vervangende bestuursleden aan.” (KNVB, 2020)

 

3.       Meervoudig stemrecht
Bij de BV en NV werd het beginsel van bestuurderscollegialiteit al bijna twintig jaar geleden verankerd in de wet. Uit dit principe vloeit voort dat een bestuurder (of commissaris) nooit meer stemmen kan uitbrengen dan zijn medefunctionarissen tezamen. Voor de stichting, vereniging, coöperatie en OWM voorziet de WBTR in een gelijkschakeling met BV en NV op dit punt. Dit betekent dus dat een bestuurder (of commissaris) nooit meer stemmen kan uitbrengen dan de overige bestuurders (of commissarissen) tezamen.

Een voorbeeld ter illustratie; Noor, Piet, Amir en Kees zitten met elkaar in het bestuur van de zwemvereniging. Ze moeten een besluit nemen over de jaarlijkse trainingsstage. Piet wil als voorzitter graag naar Spanje maar Kees vindt dat te riskant en wil liever binnen Nederland een reis regelen. Noor en Amir kunnen helaas niet bij de vergadering zijn omdat ze griep hebben. Kees en Piet moeten nu samen de beslissing nemen. Piet wijs op de regeling in de statuten dat de voorzitter bij een gelijk aantal stemmen de doorslaggevende stem heeft. Zodoende gaat de trainingsstage naar Spanje. Een dergelijke situatie is in strijd met de WBTR. Doordat maar twee van de vier bestuurders aanwezig zijn, heeft de voorzitter immers meer dan 50% van de stemmen.

De notaris en de statuten
Als de statuten een dergelijke regeling bevatten, dienen verenigingen en stichtingen zo’n regeling aan te passen bij de eerstvolgende statutenwijziging. Echter, de eerste vijf jaar na invoering van de WBTR kan er nog een beroep worden gedaan op meervoudig stemrechtregelingen in de statuten. Na vijf jaar gaat de WBTR voor op oude statuten, en vervallen dergelijke regelingen als deze nog in de statuten staan.   Het in lijn brengen van de statuten met de wet is wel altijd raadzaam.

4.       Ontslag door rechter
De huidige regeling maakt het mogelijk dat een bestuurder van een stichting, die zich schuldig maakt aan wanbeleid, ontslagen kan worden door de rechtbank op verzoek van een belanghebbende. De WBTR verruimt de gronden voor het ontslag van een stichtingsbestuurder en introduceert bovendien een vergelijkbare regeling voor het ontslag van een commissaris van een stichting. Het civielrechtelijk bestuur verbod (artikel 106a Faillissementswet) gaat zowel voor de stichtingsbestuurder als voor een commissaris van een stichting gelden.

5.       Aansprakelijkheid van bestuurders
Bestuurders hebben twee soorten aansprakelijkheid: externe en interne. Bestuurders zijn verplicht tot behoorlijke vervulling van hun taak tegenover de rechtspersoon. Dit heet interne aansprakelijkheid. Van externe bestuurdersaansprakelijkheid is sprake wanneer de organisatie naar andere personen of organisatie, onzorgvuldig handelt. De regels omtrent externe en interne aansprakelijkheid veranderen niet inhoudelijk, maar het toepassingsbereik wordt uitgebreid.

Dit betekent o.a. dat bij een faillissement de curator bestuurders persoonlijk aansprakelijk kan stellen voor onbehoorlijk bestuur. Het onbehoorlijke moet wel een directe oorzaak zijn van het faillissement, wil de bestuurder persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden. Bewijstechnisch wordt er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds VPB plichtige en semipublieke rechtspersonen enerzijds en kleinere stichtingen en verenigingen anderzijds. In geval van ‘grotere’ stichtingen en verenigingen zal eerder bestuurdersaansprakelijkheid worden aangenomen gelet op het bewijsvermoeden dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is.

Een ander voorbeeld waarbij het toepassingsbereik verandert is de jaarrekening. Voor bestuurders zal gelden dat zij jegens de rechtspersoon of derden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor een misleidende voorstelling in de jaarrekening, het bestuur verslag of tussentijdse cijfers. Wanneer er schade wordt gemaakt door deze misleidende voorstelling zijn de bestuurders tegenover derden hoofdelijk aansprakelijk voor de schade.

Een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor een misleidende jaarrekening is dat er in strijd is gehandeld met de jaarrekeningregels. Voor de vaststelling van een misleidende voorstelling, moet er bewezen worden dat er zaken niet zijn vermeld of verkeerd zijn voorgespiegeld. Deze moeten van belang zijn voor de algehele oordeelsvorming omtrent de financiële positie van de organisatie.

Op de portal van Supportpunt staat meer informatie omtrent aansprakelijkheid van bestuurders.

6.       Een algemene wettelijke grondslag voor de raad van commissarissen (RvC)
Tot nu toe geldt alleen voor de NV, BV en coöperatie een wettelijke grondslag voor het instellen van een RvC. Die wordt nu voor alle rechtspersonen ingevoerd. Let op: de wetgever kiest kennelijk uitdrukkelijk voor de aanduiding RvC en niet voor RvT (Raad van Toezicht). Overigens zal dat voor de juridische kwalificatie niet uitmaken. Van belang is dat het toezichthoudende orgaan op grond van de wet of de statuten tot taak heeft toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken. Omdat er bij een organisatie met een RvC meer komt kijken, raden wij het aan een gesprek met Supportpunt in te plannen.

7.       Een uniforme norm voor de taakvervulling door bestuurders en commissarissen
In de huidige regeling in het burgerlijk wetboek is alleen bij de NV en BV (en deels de coöperatie) een norm- en taakstelling voor het bestuur en de RvC gegeven. Voor het bestuur geldt dat dit zich moet richten naar het belang van de rechtspersoon. De RvC moet toezicht houden op het bestuur en de algemene gang van zaken. Met de WBTR worden deze normen voor alle rechtspersonen geïntroduceerd. Uitsluitend het belang van de vereniging of stichting is bepalend in de taakvervulling.

8.       Een algemene grondslag voor het monistisch bestuursmodel (one-tier board)
In 2013 is het monistisch bestuursmodel (one-tier board) voor de NV en de BV ingevoerd. Ik zal daaraan niet veel aandacht besteden. Het komt erop neer dat het one-tier board bestuur het mogelijk maakt dat de niet-uitvoerende toezichthouders deelnemen aan het bestuur en niet in een aparte RvC of RvT. De uitvoerende bestuurders houden zich bezig met de dagelijkse leiding, de niet uitvoerende bestuurders houden toezicht op de uitvoerende bestuurders. De mogelijkheid van het monistisch bestuursmodel gaat in de WBTR gelden voor alle rechtspersonen. Daarvoor dienen de statuten te worden aangepast.

Vragen of hulp
Dit document legt beknopt uit welke wetswijzigingen er na 1 juli op u afkomen. Desalniettemin, is de WBTR meer dan bovenstaande samenvatting. In de portal vindt u meer informatie en hulpmiddelen over de WBTR, antwoorden op veel gestelde vragen en tips over goed bestuur. Echter mocht u toch vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met Supportpunt via het mailadres: info@supportpunt.nl

Supportpunt heeft de grootst mogelijke zorg besteed aan de ontwikkeling en samenstelling van deze checklist. Supportpunt geeft echter geen garantie over de juistheid van de verstrekte informatie. Supportpunt is niet aansprakelijk voor onjuistheden of ontbrekende informatie betreffende de inhoud van de checklist. Alle informatie kan, zonder voorafgaande kennisgeving, op elk moment door Supportpunt worden gewijzigd of verwijderd.

image_printPrint deze pagina