Supportpunt kennisbank

Exclusief voor stichtingen en verenigingen

Zoek

Goed bestuur

Je wilt jezelf inzetten voor een maatschappelijke organisatie, hun doel vindt je belangrijk, en je wilt hieraan een bijdrage leveren. Je wilt ‘goed besturen’, maar wat houdt dat in?  Ook worstel je met de kwestie als persoonlijke aansprakelijkheid door onbehoorlijk bestuur.

Maar, hoe doe je dat? Het simpele en korte antwoord  is ‘goed bestuur’ of good governance. Het maatschappelijke middenveld in Nederland heeft verschillende governance codes ontwikkeld, zoals voor sociale woningbouw (VTW, 2015), cultuur (governancecodecultuur, 2016), publieke omroepen (NPOintegriteit, 2012) en sportbonden (Commissie Goed Sportbestuur, 2005). Deze codes zijn opgesteld omdat organisaties vaak publieke fondsen ontvangen in de vorm van subsidies, belastingvoordelen of voordelige contracten met lokale autoriteiten. Hierdoor is publiek vertrouwen in hen gesteld en is het vergroten of waarborgen van vertrouwen belangrijk.

Maar goed bestuur is niet de alles omvattende één op één oplossing voor onbehoorlijk bestuur. Dit heeft met de aard van onbehoorlijk bestuur te maken. Elke bestuurder is wettelijk verplicht tegenover de rechtspersoon tot de behoorlijke taakvervulling. Wat onbehoorlijke taakvervulling en dus onbehoorlijk bestuur precies inhoudt, staat niet precies vermeld in de wet. Maar omschrijvingen van onbehoorlijk bestuur hanteren de volgende definitie.

Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is sprake indien het bestuur duidelijk onverantwoord, roekeloos, verregaand onnadenkend of onbezonnen handelt en het bestuur zich hiermee begeeft ver buiten wat tot een normaal risico mag worden gerekend. Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is met andere woorden sprake als geen redelijk denkend bestuurder, onder dezelfde omstandigheden, aldus gehandeld zou hebben.

Bron; Navigator; Jacques Raaijmakers

Governance codes en goed bestuur stellen richtlijnen om onbehoorlijk bestuur te voorkomen, wat moet lijden tot minder schandalen en problemen bij het besturen van maatschappelijke organisaties. Maar, wat is goed bestuur? Wat past binnen goed bestuur? Welke criteria zijn er voor goed bestuur opgesteld? Verschillende auteurs en sectoren hebben verschillend visies over wat goed bestuur inhoudt. Maar Supportpunt heeft onderzoek gedaan en komt tot de volgende criteria voor goed bestuur. De criteria van goed bestuur kunnen in vier categorieën worden gedeeld. Als eerste betreft goed bestuur het proces van besturen. Het bestuur dient democratisch, gericht op draagvlak en transparant te opereren. Tevens dienen beslissingen genomen te worden door een divers scala aan betrokkenen (Inclusiviteit) en dienen verantwoordelijkheden per functie duidelijk te zijn (verantwoording). Ten tweede betreft goed bestuur het beleid van de organisatie. Een bestuur dient effectief en efficiënt te opereren, maar tegelijkertijd ook rekening te houden met bredere maatschappelijke doelen (maatschappelijk betrokken). Het derde aspect bevat het handelen van de individuele bestuurder. Een bestuurder dient zich te houden aan de basis regels van de wet, en integer te zijn. De laatste categorie betreft het toezicht dat op het bestuur wordt gehouden. Het bestuur dient te zorgen voor voldoende checks & balances.

Zodoende zijn de tien criteria voor goed bestuur: 1. De basis; 2. Verantwoording; 3. Checks en balances; 4. Effectiviteit en efficiëntie; 5. Draagvlak; 6. Democratie; 7. Transparantie; 8. Integriteit; 9. Inclusiviteit; 10. Maatschappelijke betrokkenheid.

Verenigingen

  1. De basis
    Voordat je begint met je bestuurlijke werkzaamheden is het belangrijk dat alle bestuursleden op de hoogte zijn van een aantal basisprincipes. Deze principes zijn cruciaal voor goed bestuur en een sterke vereniging.

  2. Verantwoording
    Het bestuur van de vereniging definieert de verantwoordelijkheden per functie. Het bestuur sluit jaarlijks haar activiteiten af, daarbij zijn het jaarverslag en de jaarrekening een centraalonderdeel van de ALV. De ALV vindt jaarlijks plaats, hier legt het voltallige bestuur verantwoording af aan de leden en vraagt decharge (goedkeuring) voor het gevoerde beleid.

  3. Checks en balances
    Het bestuur van de vereniging maakt gebruik van controlemechanismen.

  4. Effectiviteit en efficiëntie Het bestuur zorgt dat de financiële middelen en menskracht optimaal worden ingezet voor het bereiken van de vooraf opgestelde doelen.

  5. Draagvlak
    Het creëren van draagvlak binnen de vereniging over toekomstige besluiten door het betrekken van leden en/of bestuurders.

  6. Democratie Openheid en gelijke toegang van leden tot het bepalen van de richting en leiding van de vereniging.

  7. Transparantie
    Binnen je vereniging is sprake van een open uitwisseling van informatie door het bestuur over het functioneren van de vereniging. Ook de missie, visie van de vereniging zijn bekend bij de leden.

  8. Integriteit
    Bestuurders handelen volgens de normen van de vereniging en de maatschappij.

  9. Inclusiviteit
    De samenstelling van het bestuur van de vereniging representeert de leden.

  10. Maatschappelijke betrokkenheid
    Het bestuur van de vereniging toont verantwoordelijkheid naar de omgeving en het milieu.

Stichtingen

  1. De basis
    Voordat je begint met je bestuurlijke werkzaamheden is het belangrijk dat alle bestuursleden op de hoogte zijn van een aantal basisprincipes. Deze principes zijn cruciaal voor goed bestuur en een sterke stichting.

  2. Verantwoording
    Het bestuur is verantwoordelijk voor de organisatie en het bestuur is in- en extern duidelijk over de taken, bevoegdheden en werkwijzen en legt hierover verantwoording af.

  3. Checks en balances
    Het bestuur van de stichting maakt gebruik van controlemechanismen.

  4. Effectiviteit en efficiëntie
    Het bestuur zorgt dat de financiële middelen en menskracht optimaal worden ingezet voor het bereiken van de vooraf opgestelde doelen.

  5. Draagvlak
    Het creëren van draagvlak binnen de stichting door het betrekken van stakeholders.

  6. Democratie
    Meningen en zienwijzen van verschillende betrokkenen worden meegenomen in de beslissingen en de toekomstrichting van de stichting. Daarbij handelt het bestuur op democratische wijze.

  7. Transparantie
    Binnen je stichting is sprake van een open uitwisseling van informatie door het bestuur
    over het functioneren van de stichting evenals de missie, visie en de richting van de stichting.

  8. Integriteit
    Bestuurders handelen volgens de normen van de stichting en de maatschappij.

  9. Inclusiviteit
    De samenstelling van het bestuur van de stichting representeert de leden.

  10. Maatschappelijke betrokkenheid
    Het bestuur van de stichting toont verantwoordelijkheid naar de omgeving en het milieu.

Supportpunt heeft de grootst mogelijke zorg besteed aan de ontwikkeling en samenstelling van dit artikel. Supportpunt geeft echter geen garantie over de juistheid van de verstrekte informatie. Supportpunt is niet aansprakelijk voor onjuistheden of ontbrekende informatie betreffende de inhoud. Alle informatie kan, zonder voorafgaande kennisgeving, op elk moment door Supportpunt worden gewijzigd of verwijderd.

image_printPrint deze pagina